De leeuw is een groot roofdier. Hij heeft een soepel lichaam waarmee hij vele dingen kan. Ook kennen we de leeuw door zijn kracht en woest gedrag, daarom noemen we de leeuw ook wel de “Koning de dieren”. De leeuw behoort bij de katachtige. Die katten familie kun je in twee groepen delen: de kleine en de grote katten bijv. poes/ tijger.  De leeuw is een zoogdier met een mooie vacht en het zijn goede jagers. Zijn sterk gespierde lichaam heeft een flexibele ruggengraat, maar de staart is een heel belangrijk onderdeel van zijn lichaam. Met de staart houd hij zich in balans of hij nu rent, loopt, klimt of zwemt. Zwemmen doet hij alleen in een noodgeval, want net zoals de kat houd hij niet van water.

De Jacht

De jacht wordt in de ochtend gedaan, omdat het koudste deel van de dag is. De jacht wordt gedaan door de leeuwinnen, zij jagen meestal in groepen, maar soms ook alleen ziet een leeuw een klein prooidier. Dan jaagt hij er zelf op, is het een groot prooidier dan waarschuwt hij de groep. De leeuwinnen hebben (als ze samen jagen) een tactiek ontwikkeld. Die gaat als volgt: een van de leeuwinnen sluipt om het prooidier heen, tegelijk leiden andere leeuwinnen de aandacht af, ze maken zich goed zichtbaar en omsingelen de prooi, dan rennen er een paar leeuwinnen opeens op de prooi af, de prooi schrikt zich rot rent de andere kant op precies in de klauwen van andere leeuwinnen.

De leeuwen doden niet altijd hunprooi. Soms laten ze dat door andere dieren opknappen. Als hyena’s hun prooi gedood hebben laten ze een luid gebrul horen. Als de leeuwen die brul horen gaan ze met een grote meerderheid eropaf. Dan jagen ze de hyena‘s weg. En eten de prooi op.

De prooi heeft de grote van: een Wrattenzwijn of een Gazelle. Hier kan de hele groep van eten, maar soms doden ze ook wel kleinere dieren zoals een vogel of rat. Het mannetje jaagt niet door zijn opvallende uiterlijk , de prooi ziet de manen al van veraf op zich af komen. Ze leven het meest van het voedsel wat de leeuwinnen hebben gevangen. Het mannetje helpt negen van de tien keer niet mee, maar mag wel als eerste eten.

De leeuwin sleept als iedereen gegeten heeft de prooi naar een schaduw waar de welpen het kunnen opeten.

 Roofdieren

De leeuwen doden zo’n vijftig mensen per jaar.

Heel vaak heeft de leeuw bij het jagen geen succes. Als de prooi terugvecht raakt hij vaak gewond en hij kan dan soms niet meer jagen, of de wond raakt vervuild en de leeuw wordt ziek. Wanneer er grote droogt of strenge vorst heerst is er geen prooi te vinden. Ook worden er teveel leeuwen geboren in tijden dat er veel voedsel te vinden is. Daardoor ontstaat overbevolking waardoor het voedsel weer te snel opraakt. Door al deze gevaren blijft het aantal roofdieren en ook de leeuwen binnen de perken. Het leven van de leeuw is dus niet zo mooi.

De welpen 

Welpen zijn de jongen van de leeuw. De leeuw is een zoogdier. Een leeuw is ongeveer 15 weken in verwachting. Als ze merkt dat haar welpen geboren wordt, verlaat ze de groep. Ze zoekt dan een veilige en rustige schuilplaats. Daar worden de welpen geboren. Bij de leeuw worden er per geboorte 2 of 3 welpen geboren. Een welp bij de geboorte weegt bij de geboorte meestal tussen de 1/ 2 kg. Na de geboorte zijn ze blind en hebben een gevlekte vacht. Als hun moeder gaat jagen verstopt ze haar jongen, die zie je haast niet tussen het hoge gras, struiken en bomen. De welpen groeien zeer snel, en zijn erg behendig ze kunnen al kruipen voor hun ogen open gaan, ook leren ze zich snel blazen om zich te verdedigen. Als de welpen wat groter zijn laat de moeder haar jongen niet meer alleen, omdat ze dan te snel weglopen. Bij gevaar pakt de moeder haar jongen bij de huid. Zo brengt ze dan haar jongen op een veilige schuilplaats. Voor de jongen valt er nog heel veel te ontdekken, na een half jaar weten ze zich te verdedigen, hoe ze moeten jagen en waarop ze moeten jagen. Ze beginnen ook de taal van geuren en geluiden te begrijpen nog anderhalf jaar blijven ze bij de groep, daarna verlaten ze die.